Na vijf gezellige maar steenkoude natte dagen met onweersbuien waar we regelmatig tot op het bot doorweekt waren in Malga Millegrobbe, waar onze affies aan het Europees Kampioenschap Coursing hebben mee gedaan, kunnen we niet wachten om weer terug naar de warmte te gaan. We waren drie weken sauna-temperaturen gewend en na de natte sneeuwbui van afgelopen nacht lijkt het alsof we nooit meer opwarmen. Nu alles is opgeruimd en bijna alle deelnemers zijn vertrokken, komt eindelijk het zonnetje tevoorschijn. Maar hoog in de bergen is het nog steeds frisjes. We maken een laatste wandeling naar Luserna, een klein dorpje met driehonderd inwoners een kilometertje bergafwaarts waar de kleine supermarkt ons de laatste dagen heeft voorzien van verse broodjes. Bij een helikopterlandplaats zetten we Lady nog maar eens op de foto maar eigenlijk doen we het voor de bergtoppen op de achtergrond! Voor de mensen met hoogtevrees is het maar goed dat het diepe dal hier niet zichtbaar is. Maar het was er adembenemend mooi.
We volgen de bordjes die ons een panoramisch uitzicht beloven. Na tien minuutjes stijgen over een smal paadje met diepe afgrond, worden we niet alleen beloond met het beloofde uitzicht, maar ook met een paar vlakke stukken grasveld die compleet omheind zijn. We laten de hondjes los die meteen van gekheid tien rondjes gaan rennen. Blije beessies.
Lady is het na een tijdje zat en zoekt beschutting onder een informatiebord over de omgeving met een specifiek stukje over de adelaars die je hier zo veel ziet vliegen.
Na het rennen in de Alpenwei wandelen we weer langzaam terug naar de camper. Afdalen is niet altijd makkelijker (wel minder vermoeiend) dan stijgen want soms schuif je alle kanten op en is er niks om je aan vast te houden. De paarden in de wei hebben iets minder moeite met de schuine grasvlaktes en grazen door alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. De middelste bergketen was gisteren nog “gewoon” grijs maar na vannacht zijn de toppen wit. In het Holland kamp was de sneeuw voordat die de grond raakte al gesmolten. Maar op de bergtoppen op de achtergrond is ie blijven liggen. Het kan dus altijd nóg kouder dan bij ons.
Op weg naar de volgende mooie plek zakken we enkele honderden meters en je voelt de warmte op je af komen. Een rondje om Lago di Cei kan al zonder jasje en dasje. Het is een piepklein meertje waar we in een kwartier helemaal omheen zijn. Dat gaat ons bij het Garda-meer zeker niet lukken! Koroltje op de voorgrond, een groot geel hotel op de achtergrond.
Het gele hotel wat dichterbij, en twee blije bekkies die geduldig poseren. Het derde bekkie is ietsje minder blij want die ligt met een zeer pootje te slapen in de camper een stukje verderop. Hij heeft een weekje bedrust (en grote roze pillen) voorgeschreven gekregen van de dierenarts omdat hij een snee in zijn voetzooltje heeft gelopen tijdens zijn eerste ronde in de coursing-wedstrijd. Hopelijk kan hij snel weer mee want het is niet prettig om hem alleen achter te laten hoewel hij het niet erg vindt om de slaapplek die hij normaal met Lady moet delen, nu helemaal voor zichzelf heeft. Het gaat de goede kant op met ons mannetje. Nog eventjes en dan kunnen we weer met zijn allen op pad.
Omdat het altijd nóg warmer kan, rijden we door naar weer een meer: Lago di Ledro. Als je hier een middag voor uittrekt, zou je het qua omvang kunnen wandelen. Maar als je er met de auto langs af rijdt, mis je op veel stukken een wandelpad waardoor het alsnog onmogelijk wordt om door de dichte struiken of afgronden een rondje om het meer te maken. Dan houden we het maar op het strandje aan de linkerkant, met een Magnum in de rechterhand. Korol is net zo erg als Lady: als ze een waterplas zien MOETEN ze er even in. Of zoals Dennis zei na het zien van deze foto: de zeehond en de meermin.
Eén van de vele watervalletjes die we gezien hebben. Deze is kunstmatig gemaakt, maar tijdens bergwandelingen komen we er diverse tegen. Een vorige vakantie waarbij het dagen achter elkaar heel hard regende, zag je na iedere bocht wel ergens water uit de rotsen komen. Soms een paar straaltjes, soms een halve Niagara waterval.
Het historische dorpje bij het meer waar we alleen even blijven om wat te eten en te wandelen, heeft leuke doorkijkjes. Iets minder leuk vonden we het dat onze navi ons door deze straatjes heen stuurde om bij het camperservice station te komen. Sommige stukken waren erg smal en ja, soms heb je wel eens een tegenligger.
Het dorpje is niet echt klein maar het lijkt alsof de helft van de inwoners een eigen houtbewerkingsfabriek heeft. Overal zie je houtzagerijen en bossen hout voor de deur al dan niet in planken gezaagd die in hoge stapels liggen te drogen. We zitten in de Alpen net onder Oostenrijk en die invloeden zie je overal terug. Niet alleen door veel Oostenrijkse straatnamen of naambordjes op de brievenbussen; ook zijn de informatieborden tweetalig. Maar ook de type huizen doen Oostenrijks aan. Stimmung!
Nog maar een doorkijkje omdat het zo leuk is.
Later op de dag rijden we naar het Garda-meer. We komen om negen uur avonds aan. We strekken even later de benen in Garda by night.
En Garda nadat we morgensvroeg wakker zijn geworden. Heeeeeerlijk weer weer.
Het is er ouderwets poepieheet en de korte broek hangt al klaar. Vroeg uit de veren om de grote hitte voor te zijn. Heerlijk weer bij het meer. Eerst gaan we een stukje met Chakir wandelen. Ook al loopt hij al goed mee op vier poten zonder na een paar minuten mank te lopen, langer als een kwartiertje rustig aan sukkelen zit er niet in. Daarna gaan we met de andere twee. Ook niet te lang want we willen Chakir niet alleen laten. Die slaapt overal doorheen maar het geeft ons gewoon een rotgevoel. En het wordt ook snel heet in het zonnetje. De camper staat op een schaduwrijke plek, dus daarin is het goed vertoeven. Eindelijk een keer een foto van ons mannetje. Drie keer raden in welk plaatsje we zijn!
Het oude Gardone Riviera heeft een heel moderne wifi-spot:
Issie leuk of issie leuk? Op een bankje tussen oud (Musea Vittoriale degli Italiana) en nieuw (tussen de smartphones en tablets op een modern bankje) dit stukje aan het schrijven. Het openluchtmuseum zag er supergeweldig uit. Alleen mochten er geen hondjes in. En om de hondjes alleen in de camper achter te laten, hadden we niet echt zin. Wat we konden zien vanaf de buitenmuren was prachtig. Vooral het mausoleum waar drie prachtige beelden van (wind?-)honden stonden tussen de pilaren en bogen. Langs de achterkant van het museum, zo’n tien meter vanaf de omheining, had je een mooi zicht op de drie witmarmeren honden (bovenaan op de plattegrond, nr 14). Toen we trouwens avonds aan kwamen bij Gardone Riviera, konden we niet bij de camperplek komen omdat er een concert was in het amfitheater in het park. We vonden een ander plekje voor de eerste nacht en konden het concert horen. Geen idee wie het was. Het klonk als één of andere Italiaanse René Froger.
Aan de kant in een kleiner publiekelijk parkje waar onze camper de dag erna geparkeerd stond, had je zicht op een groot zeiljacht wat midden in het landschap was geplaatst. In het (betaalde) park kon je op de boot zelf komen. Maar dit was ons uitzicht vanuit de camper.
Er was niet alleen een leuke wandelweg door het parkje maar ook een snelstromend watertje wat langs de camper liep waardoor Korol een privé-zwembad had. Om de paar meter was een klein watervalletje en uit de soort grot die je ziet, was het een een gekletter van ja welste. Gezellie. Zijn riem zat aan een oud stenen bankje vast waardoor hij afwisselend in de schaduw in het gras of in het koele water kon liggen. Zelf zat ik met een boekje op het bankje waar een minuut voor mij nog een dikke vette salamander lag te zonnen.
We maken niet alleen een wandeling langs het Garda-meer maar ook door de Botanische tuin en een park waar de bibliotheek zich midden in bevond. En “gewoon” tussen de huizen.
Bij zo’n mooi plaatje zoomen we even in.
Toen we tussen de huizen doorliepen, kwamen we langs een tuin met een groot traliehek er omheen. Tien meter van dat hek lag een langharige poes lekker te slapen. Onze honden interesseren zich voor geen meter voor een slapende poes en liepen langs het hek. Tien meter verder horen we opeens een ijselijke gil, gevolgd door een zielig gejank want poes had Korol stiekem van achteren aangevallen en een kras langs zijn oog gegeven. Zo’n zielig klein barsoitje! Wat een keel kan dat kind opzetten! De poes had nog niet genoeg leed aangericht en maakte zich klaar voor de volgende aanval op Korol. Lady schiet uit haar slof en blaft de vervelende poes weg van huilende Korol. Daarna gaat ze Korols snoet schoonpoetsen. Toch leuk dat een klein blond meisje een grote barsoi moet redden van een geflipte kat. De dag erop kiezen we voor de veilige route: die langs het meer. Onze held op sokken heeft er niks aan over gehouden. Alleen zijn imago is een beetje gekrenkt maar we weten inmiddels wat een watje hij is.
Door de vroege of juist heel late wandelingen in verband met de hoge temperaturen, is het vaak al schemerig, wat een mooi silhouet geeft.
Of een leuk beeld; het is maar net waar je oog op valt.
Onze held nog maar een keer in betere tijden :) Wat wil ie weer graag een duik nemen. Maar als ie niet zeker weet of het dieper is dan zijn tien centimeter max, blijft ie ook hier weer stilletjes staan met een hoofd vol vraagtekens. Keuze-stress.
Omdat Chakirs poot nog steeds niet helemaal genezen is (en dat weekje verplichte bedrust nog net niet om is), gaan we ook vandaag weer apart met hem wandelen. Iedere dag gaat het beter met hem. De snee is weer dicht maar nog erg dun en kwetsbaar. Hij loopt met een beschermhoesje om zijn pootje. Ook omdat de haren onder zijn voet zijn weggeschoren en hij geen enkele bescherming heeft tegen steentjes of ander spul wat pijnlijk kan zijn aan een gevoelig pootje.
We vinden een prachtig leegstaand palazzo waar mijn mannen lief op het balkon voor me willen poseren.
Ze willen niet alleen alles eten maar ook alles weten. Zit er iets lekkers in deze fontein? Vast wel als ik naar Chakirs likkebaardendlekkerebekkie kijk.
We overwegen even om de trein terug naar de camperplek te nemen maar het is nog maar twee minuten lopen van hier af. De andere kant op dan waar het treintje naar toe gaat. Dus dat schiet niet echt op.
Avonds maken we voor de laatste keer twee aparte wandelingen want de genezen snee ziet er nu goed genoeg uit om de dag erop een niet al te lange wandeling met het hele roedel te maken. De avondwandeling gaat de hoogte in waar een panoramisch uitzicht Korol een blik op het meer geeft. Of zou hij angstig naar de poes zoeken om bij een volgende aanval snel achter Lady te gaan staan?!
We vinden nog een vuilnisbakkenras wat we maar mee naar huis nemen. Zo zielig anders, alleen op de berg.
Er is zoveel te zien en te doen in Gardone Riviera dat we een paar dagen blijven. Maar als de ober op het terras bij de wifi-spot “Ciao bella” roept en daarbij een vette knipoog geeft, wordt het de hoogste tijd om te vertrekken! Het wordt Travagliato. Een stadje waar geen ene reet te beleven valt maar we waren ook wel erg verwend aan het Garda-meer met strand, musea, terrasjes, parken, winkels en ander moois.
De camperplek langs het kerkhof brengt ook al niet veel leven in de brouwerij. Beetje doodse bedoening daar. Nou ben ik erg gefascineerd in kerkhoven en wandel ik er graag tussen de prachtige graven en grafmonumenten. Maar na zo’n wandelingetje waarbij ik mijn overleden dierbaren gedenk, wil ik wel weer wat meer uit het leven halen. Ik lag overigens meteen in een deuk toen ik de naam van het kerkhof las boven de hoofdingang.
Na een nachtje in een benauwde camper (er is dus echt geen zuchtje wind), gaan we door naar Treviglio. Het is borreltijd als we aankomen en we doen graag mee met deze Italiaanse traditie. Het is toch veel te benauwd om te wandelen.
Als we na achten een stukje gaan wandelen en daarbij de schaduw opzoeken, doet Korol wat ie altijd doet als ie tien meter door een onbeschut stukje onder de zon moet lopen: hij duikt onder de struiken. Of in een sloot. Of trekt me alvast tien meter vooruit waar schaduw is. Hij knijpt dan alle remmen vanuit zijn tenen bij elkaar en wil geen stap meer verzetten. Ik kan hem geen ongelijk geven maar hij moet toch echt ff plassen. En in de camper is het inmiddels geen graad koeler. Wat een benauwdheid.
Het enige leuke wat er aan is, is om een schaduwspelletje te doen. Maar ook daar ziet ie de lol niet van in. Na de zoveelste duik in de sloten met redelijk schoon stromend water over een bodem van kiezelsteentjes, is het minder dan vijf minuten naar de camper en dat deel gaat onder de bomen en dus in de schaduw. Kom op, jongen. Je kunt het. De afghanen doen niet zo moeilijk.
Nachts kunnen we weer niet slapen van de hitte; het is tegen de dertig graden buiten. In de camper iets warmer. Om gek van te worden. Korol’s hoofd maken we iedere keer nat zodat hij weer wat op adem kan komen. En de ventilator maakt over-uren. Waar blijft dat onweer met buien wat ze al een week lopen te voorspellen? Die bijna veertig graden overdag zijn ook niet leuk meer. In de zon voel je je huid wegschroeien :) Zaten we nog maar hoog in de bergen waar het nachts nog sneeuwde!! De dag er op rijden we een stuk naar het noorden; naar Lago di Varese. De camperplek is midden in een toeristisch gedeelte waar veel mensen zijn.
En ja hoor: daar issie! De bui! Laat op de avond is de ene na de andere wolkbreuk en het houdt aan tot twee uur middags de dag er op. Als het droog is, ga ik met mijn Koroltje een rondje door het park maken. Het rondje om het meer van Varese is 28,1 kilometer en er omheen is een geasfalteerd fiets/wandelpad. Weinig bergen. Alleen wat glooiingen. In het park staat een mooi barsoi-beeld op een sokkel. Wil ik!
Omdat het weer nog niet helemaal te vertrouwen is, wandel ik eerst een paar kilometer de ene kant op en draai dan om en ga een klein stukje de andere kant op waar het stikt van de hotels, restaurants, terrasjes, speeltuintjes met trampolines, speelhallen met computerspellen, en bankjes met mooi uitzicht op het meer. En natuurlijk onze camperplek. Het is 25 graden. Tijd voor dikke winterjassen!! Er staat een stevige wind en het is de ideale wandeltemperatuur. Toch wil Korol ook hier weer even pootjebaden tussen de eenden en zwanen. De behoefte om er in te gaan liggen, heeft hij deze keer niet. Prettig, want met een natte hond aankomen bij de camper, is een beetje dom. Wim is nog druk bezig zijn afghanen te borstelen na een kort rondje langs (modder-)plassen op de paden (of in Chakirs geval, door modderplassen heen!).
Het blijft vandaag verder droog maar bewolkt. De benauwdheid is gelukkig weggewaaid. Heerlijk. Na een nacht waarin het eindelijk lukt om lekker te slapen zonder je bed uit te drijven, maken we met zijn allen een wandeling naar een dorpje verderop aan het meer om wat broodjes en zo te kopen. Toen ik gisteren hier alleen liep, zag ik rare platgereden dingen op het fietspad liggen. Het leek op een kreeftje. Maar het is ruim honderd meter van het meer af en ze lagen alleen op een klein stuk van het fietspad en verder nergens. Ook niet bij het meer. Vandaag met de gezamenlijke wandeling (in weer fel zonlicht) zien we in de kleine stroompjes water langs een stuk rots heel veel van die kleine kreeftjes. Helaas ook tientallen lijkjes een meter er naast op het fietspad. Soms kruipen ze dieper in een rotsspleet als ik dichterbij kom. Hoop niet dat na een paar droge dagen dit zeer ondiepe smalle slootje droog komt te staan.
Als ik te dicht bij kom met mijn cameraatje (vijftien centimeter; mijn zoomstand maakt van iedere foto een lelijke blur) schieten zijn armen in de lucht. Nee joh, ik doe je niks; ik wil je alleen op mijn blogje!
Nu we toch bezig zijn met natuurfotografie (ahum), ook maar even een foto van dit mooie ventje op een vijgenblad.
Een bijtje en een bloemetje.
En nog maar een bosje bloemen. Zo mooi allemaal.
Na de lunch is het tijd om door te rijden naar onze laatste stop in Italië aan het Lago Maggiore. Het is één van onze lievelingsplekken pal aan het meer met mooie wandelwegen én de beste pizzabakker van Italië. Na die laatste stop gaan we de Zwitserse grens over op bezoek bij tien afghanenpuppies.